Veelgestelde vragen

Een zero-emissiezone is een gebied waarin voertuigen geen schadelijke uitlaatgassen uitstoten. De gemeente stelt met ingang van 1-1-2025 een zero-emissiezone in voor zakelijk geregistreerde bestel- en vrachtauto’s.

Fossiele brandstoffen zorgen voor klimaatverandering.  Daarnaast veroorzaken vracht- en bestelauto’s luchtverontreiniging en geluidsoverlast. De luchtkwaliteit van steden moet verbeteren om deze voor ons allemaal leefbaar te houden. Tegelijkertijd moeten ondernemers wel hun werk kunnen blijven doen in de stad. Daarom gaan steden voor schone voertuigen en voeren ze zero-emissiezones in. Deze maatregel is één van de vele maatregelen uit het nationale Klimaatakkoord van 2019.

Deze zero-emissiezone is één van de vele maatregelen uit het nationale Klimaatakkoord van 2019. Hierin is afgesproken dat er vanaf 2025 zero-emissiezones ingevoerd mogen worden. De invoering van deze zero-emissiezones lijkt misschien ver weg. Maar het is verstandig u nu al voor te bereiden, zodat u op tijd voorbereid bent. Doe de kentekencheck. 
Dan ziet u meteen welke regels gelden voor uw bestel- of vrachtauto‘s. Ook vindt u hier meer informatie over de toekomstige zero-emissiezones, zoals overgangsregelingen, subsidies en fiscale mogelijkheden.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat 30 tot 40 gemeenten zero-emissiezones in hun steden invoeren. 29 gemeenten hebben hiervoor plannen gemaakt en aangekondigd om deze zones in te voeren. Zij zijn nu bezig met de voorbereidingen. In sommige andere gemeenten is de invoering nog een ambitie. Het aantal zones zal dus nog groeien. De toegangsregels worden wettelijk vastgelegd in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV1990). 

Dertig tot veertig Nederlandse gemeenten zullen een zero-emissiezone voor stadslogistiek vanaf januari 2025 invoeren. Om te zien welke andere gemeenten meedoen met de zero-emissiezones, kunt u hier kijken.

De zero-emissiezone gaat in de meeste gemeenten op 1 januari 2025 in, en in sommige gemeenten in de loop van 2025 of 2026.

De eigenaar van het voertuig en dus van het bedrijf is zelf verantwoordelijk. Schakel uw onderaannemers in, dan moeten zij er zelf voor zorgen dat ze aan de eisen voldoen. U kunt hen wel stimuleren de overstap naar schoon vervoer te maken.

Het gaat om alle bestel- en vrachtauto’s. Deze zijn bij de RDW bekend onder de voertuigcategorieën N1, N2 en N3. Daarbij gaat het om voertuigen die bijvoorbeeld gebruikt worden voor bevoorrading van winkels, kantoren en bouwplaatsen, de levering van pakjes aan consumenten en bedrijven, bestelauto’s van service- en verhuisbedrijven, maar ook de lokale winkelier, cateraar en bloemist die hun klanten bevoorraden. Vanaf 1 januari 2025 moeten nieuwe bestel- en vrachtauto’s uitstootvrij zijn in een zero-emissiezone. Dit betekent dus geen diesel, benzine, LPG of biodiesel, maar wel elektrisch, waterstof Voor sommige voertuigen geldt een overgangsregeling. Hier vindt u onder andere een overzicht van de toelatingseisen.

De Rijksoverheid bekijkt hoe particulieren die een bestelauto bezitten voor privégebruik ontheven kunnen worden. In de kamerbrief uitvoeringsagenda Stadslogistiek schrijft de staatssecretaris dat particulieren bij de gemeente een ontheffing kunnen aanvragen voor hun bestelauto, mits zij aan kunnen tonen dat het voertuig niet bedrijfsmatig gebruikt wordt.  Het Rijk onderzoekt op dit moment hoe deze groep ontheven kan worden. Wanneer hier meer informatie over is, kunt u dat hier teruglezen.

Ja dan geldt deze ook, er wordt gekeken naar de eigenaar en niet naar de berijder. 

Ja, de regels zijn landelijk bepaald en hetzelfde in de verschillende zero-emissiezones. Alleen voor particuliere bestelsauto's kunnen gemeenten een emissieklasse ondergrens instellen aan de voertuigen.

De uitstootvrije zone geldt voor iedereen die hiermee in aanraking komt, ook als u maar een paar keer per maand of in het jaar in de zone komt. U kunt misschien gebruik maken van dagontheffingen.

Zowel batterij-elektrische voertuigen als voertuigen aangedreven door waterstof zijn zero-emissie voertuigen en welkom in een zero-emissiezone. Dit geldt uiteraard ook voor vrachtfietsen. Het gaat erom dat er geen fossiele brandstoffen worden gebruikt en er geen uitlaatgassen uitgestoot worden. Biobrandstoffen en synthetische diesel zijn ook niet toegestaan.

Er zijn inmiddels van verschillende merken diverse typen ZE-vrachtwagens beschikbaar, zowel batterij-elektrisch als waterstof-elektrisch. Beide varianten worden op dit moment volop verder ontwikkeld en geproduceerd. De grote vrachtwagenproducenten hebben allen een Zero Emission productielijn en plannen voor verdere uitrol in de toekomst. Omdat de ontwikkeling van elektrische bestelvoertuigen verder is dan die van vrachtauto’s, is voor vrachtauto’s een ruimere overgangsregeling afgesproken.

Bakwagens met een Euroklasse 6 die ná 1 januari 2020 en vóór 1 januari 2025 op kenteken zijn gezet, hebben tot 1 januari 2030 toegang tot de zero-emissiezone. Trekkers met een Euroklasse 6 die ná 1 januari 2017 en vóór 1 januari 2025 op kenteken zijn gezet, hebben tot 1 januari 2030 toegang tot de zero-emissiezone. Hier vindt u een overzicht van de toelatingseisen. Met deze afspraak hoeft de sector niet het onmogelijke te doen, maar is er wel voldoende noodzaak om vanaf nu te investeren in een emissievrij alternatief. In 2024 zal worden geëvalueerd of de wereldwijde productie van zero-emissie bestelauto’s voldoende is voor de Nederlandse markt om redelijkerwijs te kunnen voorzien in de behoefte. De uitkomsten van de evaluatie kunnen leiden tot aanpassing van het beleid.)

De regels gelden voor Nederlandse en buitenlandse kentekens.

Ja, deze regels gelden ook voor voertuigen van (semi-) overheden. 

Dit staat nog niet vast maar zal tussen de €100,- en €300,- per keer zijn.

Ook voertuigen die maar 100, 200 of 500 meter de zone inrijden, hebben een nadelige invloed op de luchtkwaliteit en de klimaatverandering. Het beleid is alleen uitvoerbaar met heldere regels voor de toegang tot de zones. Die regels zijn omgezet in duidelijke wetgeving die voor de gehele doelgroep gelijk is, een level playing field. Of een voertuig overal in de zone of alleen aan de rand moet zijn en hoeveel (kilo)meters er in de zero-emissie-zone worden gemaakt doet voor de wet niet ter zake. Een zone heeft ook een uitstralingseffect op het gebied eromheen.

Bekijk deze kaart om te zien welke oplaadpunten er zijn. Ook kunt u de laadlocaties in Nederland bekijken op onder andere de volgende apps: A Better Route Planner, Chargemap, PUMP, nextcharge, ShellRecharge, ANWBMobiliteit, Leap24.

Openbare laadinfra kan nooit aan alle behoefte voldoen, u bent zelf verantwoordelijk. Wel zullen steeds meer openbare laders worden gerealiseerd. Ook commerciële partijen plaatsen (snel)laders. De beschikbaarheid wordt dan gedeeld met andere ondernemers. Het laden van voertuigen gebeurt vaak op eigen terrein. Als u een eigen terrein heeft (oprit of parkeerplaats), bent u zelf verantwoordelijk voor de realisatie van laadinfrastructuur op uw eigen terrein. Zie ook de Handreiking depotladen van de NAL: Handleiding Depot Laden (agendalaadinfrastructuur.nl) In alle andere gevallen kunt u gebruik maken van het openbare netwerk met laadpalen. Dit netwerk wordt telkens uitgebreid waar gemeenten of laadpaalaanbieders zien dat behoefte is aan meer laadpalen. Via uw gemeente kunt u ook een openbare laadpaal bij uw gemeente aanvragen. 

Gemeenten houden rekening met een toenemende vraag aan laadpalen. Ondernemers kunnen via hun gemeente een openbare laadpaal aanvragen en/of hun gemeente plaatst op veelbezochte plekken openbare laadpalen op basis van data. Werknemers die hun bestelbus mee naar huis nemen kunnen gebruik maken van openbare laadinfra in de gemeente.

Voor vrachtwagens plaatsen ondernemers op eigen terrein laadpalen met name bij de distributiecentra en -hubs of bij het eigen bedrijf. Zo hebben zij hun logistieke proces in eigen hand en zijn zij niet afhankelijk van het aantal openbare laadpalen en de beschikbaarheid daarvan. 

Voor het laden van vracht- en bestelauto’s kan ook gebruik gemaakt worden van openbare en semi-publieke snellaadvoorzieningen van de gemeente of van commerciële partijen zoals tankstations, supermarkten, bouwmarkten etc. Zie voor meer informatie ook NKL Nederland: Startpunt laadinfrastructuur elektrisch vervoer.

De actieradius van elektrische voertuigen is de afgelopen jaren steeds groter geworden en naar verwachting zet deze trend zich door. Tegelijk is het netwerk van laadpunten, zowel in de openbare ruimte, semi-publiek bij commerciële partijen en op privaat terrein steeds dichter geworden. Zo kan op veel plekken (bij)geladen worden. Dit werkt voor echt veelrijders anders dan met benzine of diesel: er wordt niet in één keer volgetankt, maar er wordt bijgeladen wanneer het kan (waarbij de dag vanuit huis of het depot wel vaak "vol" kan worden gestart). Dit netwerk van publieke, semipublieke en private laadpunten breidt zich bovendien in hoog tempo uit. 

Kijk van tevoren naar de afstand die je moet afleggen en plan je laadmomenten in. Zo kom je niet voor onverwachte omstandigheden te staan. Op deze kaart kunt u zien welke oplaadopties voor u van toepassing zijn. Zie ook: https://logistiekladen.nl/

Als u niet beschikt over een eigen oprit of parkeerplek, kunt u een laadpaal voor de openbare ruimte aanvragen of uw gemeente plaatst uit eigen beweging, datagestuurd, laadpalen in uw buurt. Eigenaren van eigen parkeerplekken zijn zelf verantwoordelijk voor de aanleg van laadpalen. U kunt hiervoor een laadpaalaanbieder naar keuze benaderen. Meer informatie over het plaatsen van eigen laadpalen op eigen grond: Bedrijven - NKL Nederland en Privaat-Logistiek-laden.pdf (topsectorlogistiek.nl). Steeds meer bedrijven(terreinen) vragen gezamenlijk laadpalen aan. De vragen die gelden voor het realiseren van laadpunten op dezelfde aansluiting, lijken op het realiseren van laadpunten binnen een Vereniging van Eigenaren. De brochure laadoplossingen voor elektrische auto’s binnen de VVE geeft concrete suggesties om hier mee om te gaan. Heeft uw bedrijf geen eigen oprit of parkeerplek, dan kunt u een verzoek voor een openbaar oplaadpunt indienen bij de gemeente of een alternatief plan maken dat het beste past bij uw bedrijf en de ritprofielen van uw wagenpark (laden onderweg, bij klant, bij werknemer thuis etc.)

Het is zaak om tijdig te beginnen met de inventarisatie van de benodigde netaansluiting voor het opladen van uw voertuig. Om er in de tussentijd toch voor te zorgen dat u uw elektrische voertuig kunt opladen, kunt u kijken naar andere laadpunten in de stad. Bekijk deze kaart om te zien welke oplaadopties voor u van toepassing zijn. Ook kunt u de laadlocaties in Nederland bekijken op de volgende apps: A Better Route Planner, Chargemap, PUMP, nextcharge, ShellRecharge, ANWBMobiliteit, Leap24. U kunt ook afspraken maken met omliggende bedrijven om tijdelijk gebruik te maken van de reeds door hun gerealiseerde laadvoorziening. Zo kan op veel plekken (bij)geladen worden. Dit werkt anders dan met benzine of diesel: er wordt niet in één keer volgetankt, maar er wordt bijgeladen wanneer het kan (waarbij de dag vanuit huis of het depot wel vaak "vol" kan worden gestart). Kijk van tevoren naar de afstand die je moet afleggen en plan je laadmomenten in. Zo kom je niet voor onverwachte omstandigheden te staan.  Zie ook: https://logistiekladen.nl/

Voor laadpalen voor e-bestelauto's is er in het algemeen geen knelpunt, daarvoor is geen groot vermogen nodig tenzij het om een groot wagenpark gaat. Laadinfra voor elektrische vrachtauto’s heeft wel veel vermogen nodig en dan kan netcongestie wel belemmerend zijn. Voor de laadinfra van vrachtwagens kunt u contact opnemen met uw gemeente en de netbeheerder. Vaak is een aansluiting nog mogelijk. Wel geldt: hoe eerder aanvragen hoe beter. Zie ook: handreiking Laden voor logistiek bij beperkte netcapaciteit of https://logistiekladen.nl/. Ook kunt u contact opnemen met het bestuur van uw bedrijventerrein.

Als een onderneming geen alternatieven heeft en failliet dreigt te gaan door de aanschaf van een uitstootvrij voertuig kan deze een ontheffing aanvragen voor hun huidige voertuig. Hoe dat aanvraagproces er precies uitziet wordt begin 2024 bekend. 

Voor de aanschaf van emissieloze bestel- en vrachtauto’s zijn er subsidiemogelijkheden. Voor vrachtwagens zie: Aanschafsubsidie Zero-Emissie Trucks (AanZET) (rvo.nl), voor bestelauto’s zie: Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) (rvo.nl)

Zie de overgangsregeling voor vracht- en bestelauto’s. Indien u denkt dat uw voertuig geen toegang meer heeft neem dan contact op met uw leasemaatschappij. Ook zij zal rekening houden met de zero-emissiezones die in Nederland worden ingevoerd. Normaliter loopt een leasecontract 2 tot 5 jaar en over het algemeen stellen leasemaatschappijen nieuwe modellen met schonere emissieklassen ter beschikking.

Ja, dat mag. Maar als u hiermee de zero-emissiezones in wilt rijden moet u opletten dat hier ook een einddatum aan zit: respectievelijk 1 januari 2027 voor emissieklasse 5 en 1 januari 2028 voor emissieklasse 6. Bedenk overigens dat het rijden van uitstootvrije voertuigen een concurrentievoordeel kan opleveren: steeds meer opdrachtgevers zullen naar duurzaam vervoer vragen bij hun opdrachten.

Op de website welkeebestelbus.nl kunt u het kenteken van uw huidige bestelauto invoeren en de maandlasten vergelijken van een nieuwe dieselbus met het elektrische aanbod van dit moment.